De belangstelling van dr. Rinse Willet voor het verleden begon al op jonge leeftijd. In de omgeving van het Gelderse Dieren waar Willet zijn jeugd doorbracht was hij regelmatig te vinden in de natuur in de omgeving van zijn dorp. ‘Ik vond daar oude pijpenkoppen of stukken vuursteen, gewoon aan de oppervlakte.’ Zo ontstond de voorliefde voor archeologie haast spelenderwijs. Maar er was nog een terrein wat Rinse Willet bezighield; ICT. Het mooie is dat hij voor zijn huidige opdracht aan de Radboud Universiteit bij prof. Stephan Mols beide disciplines kan combineren. Hij onderzoekt de verankering van de Romeinse wegen in eerdere wegennetwerken. We vragen Rinse uiteraard wat hij ons kan vertellen over de Romeinse wegen bij Nijmegen of in het Land van Maas en Waal. Hij vertelt er met verve over.’
‘Het is inderdaad een behoorlijk complex, maar vooral ook interessant onderzoek’, steekt Rinse Willet van wal. ‘Gelukkig heb ik al het nodige voorwerk kunnen doen tijdens eerdere projecten. Het begon eigenlijk al op jonge leeftijd. Als kind was ik al graag bezig om spelletjes te maken voor de pc en tijdens m’n studie Archeologie heb ik een programma gebouwd om 10.000en potscherven te analyseren. Ook de coronatijd heb ik nuttig gebruikt. Ik volgde een traineeship software development en heb daarvoor een certificaat gehaald. Nu geef ik ook les als docent informatica.’
Volgens een vast patroon
Die achtergrond komt Rinse goed te pas bij het onderzoek naar de Romeinse wegen en hun voorlopers. Maar hoe onderzoek je zoiets? Rinse: ‘Allereerst ben ik me gaan verdiepen in oude Romeinse geschreven bronnen zoals De Bello Gallico; het verslag van Julius Caesar over de Gallische oorlogen. Daarin worden onder meer de troepenbewegingen uit die tijd beschreven en worden plaatsnamen en routes genoemd, ook van deze regio. Maar in onze tijd worden eveneens regelmatig aanwijzingen gevonden. Dankzij opgravingen op diverse plekken zijn er delen van wegen aan de oppervlakte gekomen en hebben we inzicht gekregen in de omvang en de richting ervan. De belangrijke Romeinse wegen werden aangelegd volgens een vast patroon; ze kenden een met grind verhard middendeel met greppels voor waterafvoer aan de zijkanten. Zodra er bij hedendaagse werkzaamheden op dat soort constructies wordt gestuit, weet je dat de kans groot is dat je met een Romeinse weg te maken hebt’, aldus Rinse Willet.
‘De belangrijke Romeinse wegen kenden een verhard middendeel met greppels voor waterafvoer aan de zijkanten’
Kaarten combineren
‘Al die stukjes weg heb ik op digitale kaarten ‘ingetekend’ en vervolgens ben ik deze gaan vergelijken met uiteenlopend bestaand kaartmateriaal. Veel inzicht heb ik gekregen door bijvoorbeeld kaarten met hoogtemeters toe te voegen. Die laten zien dat een bepaalde route precies langs de stuwwal liep, of juist onderlangs een riviertje. En pakken we er kaarten uit de 18e eeuw bij dan valt op dat sommige wegen al eeuwenlang langs hetzelfde tracé lopen. De Berg en Dalse weg in Nijmegen is een mooi voorbeeld, die was er al in de Romeinse tijd en ligt nu vrijwel op dezelfde plek. Destijds was het de weg die onder meer de verbinding met De Holdeurn vormde, een grootschalige productielocatie voor Romeinse bakstenen en dakpannen.’
‘In totaal kende het Romeinse Rijk een wegennet van meer dan 80.000 km’
80.000 kilometer
‘Ook Ulpia Noviomagus – het huidige Nijmegen-West – lag temidden van een wegennetwerk dat de stad verbond met het achterland. Van die wegen zijn eveneens stukken aan de oppervlakte gekomen. Vanuit Ulpia zou er een weg hebben gelopen via de Waterstaat en dan zuidelijk naar de Teersdijk in de richting van Wijchen. Ook moeten er wegen in westelijke richting hebben gelopen. In totaal kende het Romeinse Rijk een wegennet van meer dan 80.000 km dat het hele rijk met elkaar verbond.’
Totale transformatie
‘Dat is misschien wel een van de meest fascinerende kanten aan het onderzoek naar de Romeinse wegen en hun voorlopers. Want met die wegen kwam de ontsluiting van deze regio op gang en kwamen ongekende innovaties onze kant op. In enkele decennia tijd transformeerde het landschap totaal door de bouw van steden, met woonhuizen, winkels, badhuizen en bestuursgebouwen. Er werden bruggen aangelegd en kanalen gegraven,
er kwam handel op gang dankzij de geldeconomie en het aantal bewoners groeide exponentieel.’
‘Voor mij gaat het dan ook niet alleen om de routes, vertelt Rinse Willet tot besluit, ‘maar vooral ook om hun betekenis; wat hebben ze ons allemaal gebracht? Misschien een mooie gedachte als u weer eens over de Berg en Dalse weg rijdt!’
Interview: Willeke Guelen, Foto’s en kaarten: met dank aan dr. Rinse Willet