Verduurzaming is geen keuze, maar de toekomst
Tijdens Prinsjesdag 2022 was er uiteraard veel aandacht voor verduurzaming en gestelde maatregelen om de klimaatdoelstellingen te halen. Zo vervalt de BPM voor bedrijfswagens die voorzien zijn van diesel of benzinemotor, waardoor deze voertuigen gemiddeld zo’n € 11.000,- duurder worden. Daarnaast wordt de motorrijtuigenbelasting voor diesel en benzine bedrijfswagens verhoogd. Deze maatregelen worden in elk bedrijf voelbaar.
Voor grotere bedrijven is een registratieplicht van de CO2-uitstoot van alle werk gebonden kilometers aangekondigd. Tel daar de huidige energie- en brandstofprijzen bij op en er is veel stimulans, maar ook noodzaak om je bedrijf te verduurzamen.
“Een werkgever moet flexibeler omgaan met de auto van de zaak”
Geen ruimte meer voor fossiele brandstoffen
Ook in het klimaatakkoord staan een flink aantal doelen gericht op mobiliteit, bedrijfsmiddelen en het beperken van het gebruik van fossiele brandstoffen. Enkele highlights uit het rapport;
Er zullen in 2035 geen personenauto’s meer op fossiele brandstoffen te koop zijn. Er wordt gesproken over 250.000 zero emission (ZE) bedrijfswagens, 16.000 ZE vrachtwagens en ZE bouw- en werktuigen. Er komen 30-40 steden met ZE zones voor stadslogistiek. In alle sectoren moet zoveel mogelijk van fossiele brandstof overgestapt worden naar duurzamere bedrijfsmiddelen onder andere door elektrificatie. Dit betekent dat verduurzaming en daarmee elektrificatie voor vrijwel elk bedrijf in Nederland op de agenda komt en voor veranderingen gaat zorgen.
De elektrische auto is nu écht mainstream
Europese wet- en regelgeving dwingt autofabrikanten hun vloot te vergroenen. Gemiddeld mag een auto 95 gram CO2 per kilometer uitstoten, maar die emissiewaarde gaat de komende jaren verder naar beneden. “Autofabrikanten zetten massaal in op elektrisch rijden om hoge boetes te voorkomen. Er zijn al veel elektrische auto’s geïntroduceerd de laatste tijd, maar er komen er heel veel aan. Ze worden betaalbaarder en de actieradius neemt toe”, zegt Stan Berings. Hij is partner bij PwC Nederland en hoofd van het automotive team. “In het kielzog van de elektrische auto is de elektrische bestelbus in opkomst. De bestelauto profiteert van de technologische ontwikkelingen die de elektrische personenauto doormaakt. Het aanbod aan betaalbare elektrische bestelbussen met veel gebruiksgemak neemt toe. Dat is voor veel ondernemers mooi op tijd, want ze willen met een investering nu de aankomende grootstedelijke ‘brandstofmotor-ban’ voor zijn.” Vanaf omstreeks 2025 laten dertig (grote) gemeenten alleen nog emissievrije bestelwagens in hun binnensteden toe.
De elektrische occasion is in opmars
Dat de elektrische auto volwassen wordt, is duidelijk zichtbaar op de occasionmarkt. Berings: “De eerste hausse aan elektrische lease-auto’s van drie tot vijf jaar geleden bereikt nu het tweedehands-aanbod.” De vraag naar elektrische occasions wordt versterkt doordat het huidige chiptekort grote vertragingen oplevert in de levering van nieuwe elektrische auto’s dat ervoor zorgt dat steeds meer automerken gebruikte auto’s gaan ‘refurbishen’. Sommige merken hebben al een tweedehandsprogramma met degelijke waarborgen, maar dan gaat het meestal om heel jonge, recente voertuigen die sowieso weinig opknapwerk nodig hebben. Oudere modellen refurbishen werd tot nu toe nog niet veel gedaan in de autosector. Maar het is noodzaak, want een vertraging van een half jaar of zelfs meer, is geen uitzondering. Als je dus snel een elektrische auto wilt rijden, ben je aangewezen op een tweedehands of refurbished.
Vervoerdeelconcepten
Een andere ontwikkeling zijn de vervoerdeelconcepten. Daar is geen ontkomen meer aan. Vooral in drukke, stedelijke gebieden zullen vervoerdeelconcepten een toenemende rol gaan spelen. Bedrijven en particulieren zullen steeds meer zelf hun mobiliteitsbehoeften gaan invullen en hun vervoermiddel op maat kiezen. Ze zullen hun eigen mobiliteit via internet en mobiele diensten organiseren. Daardoor zal er geen noodzaak zijn een vervoersmiddel in eigen bezit te hebben. Het bezit van voertuigen zal verschuiven naar het gebruik van voertuigen. Het gegeven dat mensen in toenemende mate flexibel gaan werken versterkt de behoefte om zelf te bepalen wanneer en op welke wijze mensen hun mobiliteit in gaan vullen. Werkgevers zullen op zoek gaan naar flexibeler mobiliteitsoplossingen. Zowel Het Nationaal Zakelijke Mobiliteitsonderzoek (NZMO) als het CPB weten het op basis van hun peilingen zeker: thuiswerken blijft. “Die dagen op het thuiskantoor veranderen de mobiliteitsbehoeften en de invulling ervan”, denkt Berings. “Als werkgever zul je veel flexibeler moeten omgaan met de auto van de zaak. Het is niet meer hét zakelijke vervoersmiddel, maar een van de vele mogelijkheden, naast bijvoorbeeld de elektrische fiets van de zaak.”
Autodelen en het mobiliteitsbudget
Berings ziet die flexibiliteit terug in de populariteit van het mobiliteitsbudget en vergelijkbare hybride oplossingen. Een werknemer mag daarin het budget vrijelijk besteden aan vervoersvormen die voor hem het aantrekkelijkst zijn. Hij ziet ook veel kans voor de zakelijke deelauto. “De sharing economy maakt zijn opmars naar bedrijfsniveau. Als werkgever vervang je de vaste auto van de zaak dan door poolauto’s die door meerdere mensen worden gebruikt.” De mobiliteit van de toekomst is volgens Berings ‘eascy’. “Dat wil zeggen: elektrisch, autonoom, shared, connected en ‘jaarlijks’ bijgewerkt. ‘Connected’ kan op twee manieren van toepassing zijn: communicatie tussen auto’s of tussen passagiers en de buitenwereld. Het voertuig van de toekomst wordt zo een soort ‘derde plek’ tussen thuis en werk. Voertuigen zullen ook steeds vaker jaarlijks worden bijgewerkt om de nieuwste hard- en softwareontwikkelingen te integreren. Onze mobiliteit zal evolueren van bezit naar gebruik en van single-use naar sharing.” Voorspellingen van PWC tonen aan dat in 2030 meer dan één op de drie gereden kilometers al ‘shared’ zal zijn.
Tekst: Loet van Bergen
Foto: Henk van de Bend
