Deest heeft al vroeg bewoners. Ze wonen er tijdelijk, van 5000 tot 4000 voor Christus. Ze hebben een basiskamp op een zandkop even ten noorden van de Heemstraweg, vlakbij de Uivermeertjes. Het zijn jagers-verzamelaars, die zich een paar keer per jaar verplaatsen.
Invloed van het klimaat
De klimaatverandering is bepalend. Vóór 8000 v. Chr., als het langzaam warmer begint te worden, zijn de jachtgebieden heel groot en de rendieren het belangrijkste prooidier. Deze bewegen in grote kuddes heen en weer tussen zuid en noord.
Kleinere jachtgebieden
Na 8000 tot de Midden-Steentijd (5000 v. Chr.) worden de jachtgebieden steeds kleiner. Een warmer klimaat zorgt voor meer open water, bossen en een grotere diversiteit aan planten, wild en vis. Jagers-verzamelaars trekken in groepen van veertig tot vijftig personen rond. Omdat ze steeds in hetzelfde gebied hun kampen opslaan, vernoemen wetenschappers ze naar ‘hun’ gebied. De groepen in Midden-Nederland horen bij de Rijnbekkengroep.
‘Zomerkamp’ Deest
In Deest is een basiskamp van jager-verzamelaars ontdekt, een uiterst zeldzame vondst. Dit kamp is rond 5000 v. Chr. gevestigd op de oeverwal van de Oer-Rijn. Het ligt op twee meter diepte, omdat na de bewoningsperiode de Rijn, nu de Waal, zand afzet en het gebied ophoogt. Het is een zomerkamp.
Vondsten
De jagers-verzamelaars wonen in hutten. Van één hut is een paalgat gevonden. De hut heeft een skelet van gebogen takken en is met riet of plaggen bedekt. Er zijn kook- of haardstenen gevonden en fragmenten van aardewerk. We weten van de botresten dat ze oerrund, wild zwijn, hert, bever en vogels, zoals reigers en eenden eten. Ook eten ze zalm en steur.
Vuursteen bepalend
Voor het vaststellen van het soort kamp is het vuursteenmateriaal het belangrijkst. De jagers-verzamelaars uit Deest vinden vooral terras-vuursteen en verwerken deze ter plekken.
Bronnen en foto’s www.verhaaltussenmaalenwaal.nl