De Nederlandse land -en tuinbouw staan op een erg hoog niveau, kwantitatief en kwalitatief. Tegelijk lezen we dat het onkruidbestrijdingsmiddel glyfosaat in wijn is aangetroffen, we horen over het ruimen van honderdduizenden kippen omdat ze besmet blijken met vogelpest en we zien boeren op trekkers protesteren in Den Haag. Hoe houdbaar is eigenlijk onze manier van voedsel produceren? We gaan hierover in gesprek met Joep Jansen (32), verkoopleider bij AgroBuren BV, leverancier van gewasbeschermingsmiddelen, meststoffen en zaadgoed.
Eerlijk duurt het langst
Het is nog niet zo lang geleden dat Joep de HAN-minor Circulaire Economie volgde – een minor die tot op de dag vandaag haar invloed op hem nalaat. Bijvoorbeeld in hoe hij tegen zijn vak van verkoopleider aankijkt. Joep: “Vaak wordt verkopen gezien als iets waarbij het draait om geld verdienen aan de klant. Ik, en ook AgroBuren zien dat anders. We adviseren een klant niet per se iets waar we aan verdienen, maar centraal staat wat hij eraan heeft. Het resultaat is – en daar hecht ik enorm aan – een duurzame relatie met onze klanten. Ik merk hierin al wat het doet als je niet uitsluitend financiële waarde nastreeft, maar meervoudige waarde.”
Dat beeld wil ik bijstellen!
“De gewasbeschermingsmiddelen die wij verkopen en waarover wij adviseren, staan in een slecht daglicht. Ik weet het! ‘Een deken van gif ligt over ons land’ lees je in de media. Ik zou graag zien dat de berichtgeving gebaseerd zou zijn op wetenschappelijk onderzoek. Al die middelen voldoen namelijk aan de strengste toelatingseisen van de EFSA, de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid en aan die van het CTGB, het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden. Boeren en tuinders spuiten echt niet in het wilde weg.”
Ze zitten klem
“Kunstmest, opgekomen in de eerste decennia van de vorige eeuw heeft geleid tot een ongekende verhoging van de opbrengsten van het land. Intussen weten we dat het de bodem uitput. Moeten we daarom radicaal met kunstmest stoppen? Ik zeg: nee. Het zou teveel opbrengstverlies betekenen. Hetzelfde geldt voor de oproep om chemische gewasbeschermingsmiddelen in de ban te doen. Ook dat betekent in de meeste gevallen een beperking van de oogst met 30%. Boeren willen wel anders, maar worden belemmerd door het weinige dat ze ontvangen voor hun producten. Ze móeten zoveel mogelijk produceren om nog enigszins een belegde boterham te hebben. De boer die compost wil gebruiken in plaats van kunstmest, moet rekenen met veel hogere productiekosten. Het zit er eenvoudigweg niet in.”
Het onterechte recht van de goedkoopste
“Het meest opvallend in dit hele verhaal vind ik dat de afnemer in de persoon van de tussenhandel, de supermarkt en uiteindelijk de klant altijd buiten schot blijft als het gaat om verduurzaming. De teler wringt zich in alle bochten om aan de nieuwste wetten te voldoen, doet steeds weer nieuwe investeringen, sommigen stoppen ten einde raad met hun bedrijf.”
“Want de afnemer kan kiezen uit een heleboel leveranciers en het wordt: de goedkoopste. Waarom liggen die appels uit Nieuw-Zeeland in de schappen van de supermarkten in de Betuwe? Hoe kunnen Hollandse boontjes ooit concurreren met die uit Marokko, waar veel soepeler regels gelden als het gaat om milieubescherming? Alles is gedreven door de laagste prijs, financiële waarde lijkt de enige waarde die telt.”
Haalbare transitie
Volgens Joep is er zeker ook hoop: Het Europese keurmerk On the way to Planetproof vindt hij heel mooi initiatief. “Er wordt met bonus- en maluspunten gewerkt, er is subsidie mogelijk. Het helpt boeren en tuinders de omslag geleidelijk te maken, met realistisch respect voor de situatie zoals die nu is. Van gangbaar via haalbaar naar ‘in balans met het ecosysteem’. Het is een uiterst complexe uitdaging waar we voor staan, maar het voorrecht van de goedkoopste is volgens mij een doodlopend spoor. Een aarde die ons allen duurzaam van voedsel kan voorzien, vraagt om een economie waarin ook andere waarden tellen.”
Het HAN Centrum Meervoudige Waardecreatie helpt organisaties in de regio bij hun omslag naar toekomstbestendigheid www.han.nl/cmw